Pastis, past Frankrijk als gegoten. Vijf feitjes!

Zonder pastis geen Provence. Al moet je er natuurlijk met mate van genieten. Hoe goed kennen we dit alcoholische drankje eigenlijk? We zullen eens wat dieper in het glaasje kijken …

Het cultdrankje van Zuid-Frankrijk: pastis

Sommige tradities in de Provence gaan nooit verloren, zoals na de lunch in slaap vallen bij het hypnotiserende geluid van krekels, een potje pétanque spelen op de Place des Lices in Saint-Tropez, struinen over kleurrijke markten én een tafeltje zoeken op een terras om een pastis te bestellen. Een anijsdrankje met een interessante geschiedenis en dito bedenker.

Een ‘kleine gele’

Le petit jaune. Zo is de bijnaam van een glas pastis, uiteraard vanwege de kleur van het drankje. Hier komt een karamelkleurstof aan te pas en in de loop van de tijd zijn er ook blauwe en groene varianten gemaakt.

Een familie van de absint

De pastis heeft meerdere ingrediënten - groene anijs en venkel - gemeen met een familielid, het drankje absint. Deze verraderlijke ‘groene fee’ was zeer geliefd bij 19e-eeuwse kunstenaars als Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) en Paul Verlaine (1844-1896). Vanwege de hallucinogene effecten werd de verkoop en consumptie van absint in 1915 verboden. Terecht, het zwaar verslavende drankje kon je gek maken. Vanaf 1922 verschenen vervangers op de markt, dranken op basis van anijs, venkel en zoethout met een geautoriseerd alcoholpercentage van maximaal 30.

Paul Ricard is de bedenker van de pastis

Toen de beruchte 19e-eeuwse absint dan uiteindelijk was verboden, begon ene Paul Ricard na te denken over een vervangend drankje op basis van anijs. Hij was nog maar 23 jaar oud, deze zoon van een wijnhandelaar uit Marseille, toen hij in 1932 een aperitief ontwikkelde dat onlosmakelijk verbonden zou raken met de levensstijl van Zuid-Frankrijk en vooral de Provence. Hij vernoemde het drankje naar zichzelf en bedacht een even eenvoudige als briljante slagzin: ‘Ricard, de echte pastis van Marseille’. Al heel snel boekte hij succes en vond het aperitief de weg naar alle Franse borreltafels. In 1938 mocht ook pastis van 45% - z’n basale alcoholpercentage - op de markt komen. Tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog had pastis het moeilijk: van 1940 tot 1949 mochten dranken tijdelijk niet meer dan 16% alcohol bevatten.

Een historisch drankje

Een van de belangrijkste ingrediënten van pastis is anijs, een geneeskrachtige smaakmaker die al in de verre oudheid werd gebruikt, met name door de Romeinen. Je kunt het gebruiken bij tand(vlees)problemen en het zou ook een heilzame werking hebben bij hartziektes. De Romeinen vonden het eetlustopwekkend en ook over de digestieve werking is veel geschreven. Anijs zit dan ook vaak in kruidenthee.

De naam pastis, waar komt die vandaan?

Het woord ‘pastis’ is gebaseerd op twee begrippen, het Provençaalse pâtisson en het Italiaanse pasticchio. Beide woorden betekenen mix of melange. Prima toepasselijk dus voor pastis, dat je aangelengd met water moet drinken!

De Provence op de kaart