Onder de reusachtige eucalyptussen van Porquerolles
De herfst en de winter zijn de favoriete seizoenen van Adèle De Ber, die de scepter zwaait in Villa Sainte Anne. Bij de receptie van dit hotel kun je ballen krijgen voor een partijtje jeu de boules (of ‘pétanque’ zoals het hier heet) op de Place d’Armes, een plein met reusachtige eucalyptusbomen. Een fietstocht is ook een aanrader, want vanaf de aanlegsteiger zijn over een lengte van bijna 35 kilometer paden aangelegd voor mountainbikes en elektrische fietsen. Volgens Adèle, een achterkleindochter van de vroegere eigenaren van het eiland, zijn de mooiste plekken de Moulin du Bonheur (de molen van het geluk), de Calanque de l’Indienne (de kreek van de Indiaanse vrouw), de kliffen aan de noordkant, het zwarte strand van de Langoustier (de kreeftenvisser) en aan de oostkant het fort dat boven de drie rotsen van de Cap de Mèdes uittorent. En als je een cultureel uitstapje wil maken, zet je koers naar de Fondation Carmignac (Externe link) , een stichting voor hedendaagse kunst die van april tot oktober geopend is.
Het literaire schateiland Port-Cros
Port-Cros is echt iets voor sportievelingen. Als je met de boot dit eiland nadert, lijkt het net een heuvel die loodrecht uit de zee oprijst. De boot draait dan onder het Fort du Moulin naar de inham die je pas op het laatste moment ziet en die vroeger dus een perfecte schuilplaats voor piraten was. Er is geen kade, alleen twee pontons. In het bezoekerscentrum van het Parc National de Port-Cros (Externe link) kun je terecht voor informatie over wandelroutes. Het is een forse klim over de steile rotsen naar boven, maar je loopt onder een bladerdak van kermeseiken en mastiekbomen, waarvan de takken af en toe uit elkaar wijken voor een doorkijkje op de rimpelloze zee. De in de renaissance geboren arts en schrijver Rabelais, die op het eiland geneeskrachtige planten kwam zoeken, zou er op het idee zijn gekomen van ‘Het Derde Boek’ over de heldendaden van de goede reus Pantagruel. En je loopt er ook in de voetsporen van D.H. Lawrence, Jules Supervielle, André Gide en andere schrijvers die in de jaren 1920 en 1930 door de Vallon de la Solitude (het dal van de eenzaamheid) zwierven.
Saint-Honorat, een spirituele wereld
Al 1600 jaar bidden monniken op dit eilandje ter hoogte van Cannes (Externe link) . Vanaf de top van de klokkentoren van het klooster reikt het uitzicht tot het amfitheater van heuvels en de Alpen met eeuwige sneeuw in de verte. Het eiland is op een oppervlakte van 3 km² beplant met bossen en wijngaarden. De winkel die wereldberoemde spiritualiën verkoopt, is tijdens de mis gesloten. Saint-Honorat, het kleinste eiland van de Îles de Lérins, leeft op het ritme van de twintig cisterciënzers tussen de kapellen uit de 5e eeuw, de abdij uit de 19e eeuw, het haventje van de broeders, het restaurant La Tonnelle en de lanen die toegankelijk zijn voor het publiek.
Sainte-Marguerite en de man met het ijzeren masker
Dit eiland is verbonden met de geschiedenis van de man met het ijzeren masker. Op bevel van de Zonnekoning zat hij elf jaar gevangen in het Fort Royal, een verdedigingscomplex met bastions van Vauban dat nu plaats biedt aan het Musée de la Mer. Als je de cel hebt bekeken van dit ‘levende mysterie, schaduw, raadsel en probleem tegelijk’, zoals Victor Hugo hem beschreef, waardeer je de vrijheid des te meer. In het zoute water van de Étang de Batéguier, aan de andere kant van het eiland, leven meer dan 130 vogelsoorten, waaronder zeemeeuwen, futen, visdiefjes, grote zilverreigers en blauwe reigers. Een waar vogelparadijs in de baai van Cannes!
Les Embiez, het eiland van de zeepaardjes
Achter het glas van het aquarium klampt een zeepaardje zich met zijn staart aan een alg vast, terwijl de bezoekers van het Institut Océanographique Paul Ricard (Externe link) bewonderend toekijken. Dit instituut is gevestigd in een oud fort uit de tijd van Napoleon en heeft ervoor gezorgd dat het zeepaardje het symbool van Les Embiez is geworden. Een paar honderd meter verderop, midden in de voormalige zoutpannen, doen wetenschappers onderzoek naar deze bijzondere vissen, die in het laboratorium van het instituut worden voortgeplant.
Auto’s zijn op les Embiez niet toegestaan, waardoor het een ideaal fiets- en wandeleiland is. In het winterseizoen (van 7 november 2022 tot en met 1 maart 2023) profiteer je van gereduceerde entreeprijzen en mag je fiets gratis mee. Het landschap op het eiland is heel divers. Er loopt een wandelpad van ongeveer vijf kilometer langs de zoutmoerassen, een vaargeul, wijngaarden, kliffen, kreken en kermeseiken die zijn geveld door de mistral.
Tussen de jachthaven en de appartementenhotels staan een winkel waar de plaatselijk verbouwde wijn wordt verkocht, een kleine supermarkt die de zeelieden het hele jaar door bevoorraadt en het chique restaurant Sarti, dat bekendstaat om zijn lekkere aioli.
Bendor, één grote beeldentuin
Bendor ligt 150 meter voor de kust bij Bandol en heeft een klokkentoren en kleurige huizen rond het kleinste haventje van de streek, waar slechts negen boten voor anker kunnen gaan. Paul Ricard, de man van het beroemde pastismerk, die het eiland in 1954 kocht, was een kunstenaar in hart en nieren. Hij richtte het rijk van zijn verbeelding in met waternimfen van roze marmer, zeemeerminnen in bas-reliëf, draakvissen en een Mariabeeld. Een reusachtige Neptunus zwaait dreigend met zijn drietand boven het voetpad dat om het eiland loopt. Een leuke tip voor de lunch is Le Grand Large (Externe link) , een stijlvol restaurant uit de jaren 1960.