Op de fiets over de legendarische bergpassen van de Pyreneeën

Van het departement Pyrénées-Atlantiques tot aan de Pyrénées-Orientales via de Pyrénées Ariégeoises: het op één na grootste bergmassief van Frankrijk herbergt een indrukwekkende hoeveelheid bergpassen. De Route des Cols des Pyrénées, een toeristische route van ruim 900 km tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, neemt je mee over de prestigieuze Col d'Aubisque in de Vallée d'Ossau, vervolgens de duizelingwekkende beklimming van de Col du Soulor en de ultieme klassieker: de Col du Tourmalet. Maar ook andere iconische bergpassen in de Pyreneeën, zoals de vele haarspeldbochten van de klim naar Luz-Ardiden, de Col d'Azet tussen de wintersportplaatsen Saint-Lary-Soulan en Loudenvielle, de Col de Peyresourde vanwege de pannenkoeken als beloning bij de crêperie op de top, de supersteile hellingen van de Col du Portet-d'Aspet en het Plateau de Beille, een goede bekende onder liefhebbers en wielrenners van Tour de France. 

Volg deze legendarische fietstocht en treed in de voetsporen van de renners van de Ronde van Frankrijk. Hieronder zetten we alvast vijf bezienswaardigheden voor je op een rij, die je op deze route over de bergpassen van de Pyreneeën niet voorbij moet sjezen! 

Wanneer zijn de bergpassen in de Pyreneeën open? 

De grote bergpassen in de Pyreneeën liggen op een hoogte van 1500 tot 2000 m, waardoor ze vanwege sneeuwval niet het hele jaar door toegankelijk zijn. Bovendien kan het er soms behoorlijk koud zijn en flink waaien. Dus voordat je je fiets pakt om te genieten van het uitzicht vanaf de toppen van dit midden- en hooggebergte, is het raadzaam om eerst na te gaan of de wegen voor fietsers begaanbaar zijn. Dat kan bij het plaatselijke toeristenbureau of op sites als Cols-Cyclisme. De grotere bergpassen in de Pyreneeën zijn doorgaans open van juni tot en met oktober. 

De eerste stop is bij het Lac de Génos-Loudenvielle in de Vallée du Louron. Een leuke plek om te picknicken aan de waterkant nadat je een duik genomen hebt in het meer. En wie niet wil stoppen met fietsen, kan ook nog een rondje met de waterfiets maken. Je kunt ook om het meer heen lopen, want het wemelt er van de wandelpaden. Vergeet niet een fototoestel en zonnebrandcrème mee te nemen. Verder gewoon gaan zitten in het gras om te genieten van het uitzicht van de bergen, de bossen en het meer, in een kleurenspel van beige, groene en blauwe tinten. Adembenemend mooi!

Lees ook: 

• 5 warmwaterbronnen in de Pyreneeën om voor te smelten

De volgende stop kan je midden in een van de eerste natuurgebieden van Frankrijk maken: het Réserve Naturelle Nationale du Néouvielle, dat in 1936 werd aangelegd. Het staat bekend om zijn meren (maar liefst 70), die bovendien kristalhelder water hebben. Maar wandelaars, fietsers en natuurliefhebbers komen er ook voor de prachtige bergkammen van graniet, de bergmarmotten en de dichte bossen van kolossale bergdennen. Op deze plek laat de rijke biodiversiteit van de Pyreneeën zich van haar mooiste kant zien.

Lees ook:

• 6 wandelingen naar een bergmeer in de Pyreneeën

Je kan de Pyreneeën niet passeren zonder de Col du Tourmalet te hebben aangetikt, want deze iconische bergpas van de Tour de France is wereldberoemd. Hij is maar liefst 2115 meter hoog en biedt een spectaculair uitzicht over de dalen van Bastan en Gripp. De pas ligt aan de voet van de 2877 meter hoge Pic du Midi de Bigorre en is een landmark in de keten van de Pyreneeën. Als je zin hebt, kan je nog met een kabelbaan naar het planetarium en de sterrenwacht op de top van de berg. Wel een pet op doen want de zon kan hier heel fel schijnen!

Openingsdata van de Col du Tourmalet: 

Vanwege de hoge ligging en de soms barre weersomstandigheden, vooral in de winter, is de Col du Tourmalet in elk geval gesloten vanaf begin november tot eind mei. Het is raadzaam om voordat je koers zet naar de Route des Cols des Pyrénées in de regio rond Tourmalet te informeren naar de weersomstandigheden bij het toeristenbureau van Tourmalet- Pic du Midi. 

Naar de Tourmalet-Pic du Midi de Bigorre

Na de Tourmalet moet je absoluut afstappen bij het Cirque de Gavarnie, een keteldal midden in het Parc National des Pyrénées. Dit keteldal met resten van gletsjers staat sinds 1997 op Unesco’s lijst van erfgoed van de mensheid vanwege de rijke cultuur en natuur die hier te vinden is. Het Cirque de Gavarnie staat niet alleen bekend om zijn schitterende besneeuwde toppen, maar ook om de meer dan 420 meter hoge waterval die zich in het keteldal uitstort. Veel wandelaars komen er voor de fascinerende kleurschakeringen van allerlei planten- en steensoorten, maar er zijn ook arenden en bergmarmotten te zien. Gun jezelf hier dus absoluut een welverdiende tussenstop op je tocht door de Pyreneeën om deze fantastische plek in je op te nemen.

Lees ook: 

• Slow toerisme: onze beste tips om te ontspannen in de Pyreneeën

Tot besluit van je fietstocht door de Pyreneeën kan je afstappen bij het Parc Animalier des Pyrénées in Argelès-Gazost. In dit park van 14 hectare zijn meer dan 120 in het wild voorkomende diersoorten te vinden, zoals beren, wolven, gieren en otters, maar ook prairiehonden, steenbokken, herten, bergmarmotten en zelfs papegaaien. Wie altijd al zo’n marmot eens van dichtbij heeft willen zien, kan ze hier onder begeleiding van de dierenverzorgers voederen. 

Om de rode panda, bruine beer of grijze wolf van dichtbij te observeren kun je hier zelfs overnachten in een van de ecolodges of andere bijzondere accommodaties die verspreid over het park zijn gebouwd. Dan word je de volgende ochtend wakker terwijl de marmotten en andere parkbewoners om je heen scharrelen. Een fantastische ervaring om met z'n tweetjes of met het hele gezin te beleven!

Lees ook: 

• Zomerse activiteiten voor het hele gezin in de Pyreneeën