1. De flora en fauna van de Vanoise ontdekken
Het gebied La Plagne bestaat uit maar liefst twaalf bergdorpen omringd door bergen die variëren tussen 650 en 3250 meter hoogte. Een leuke eerste kennismaking met de regio is een wandeltocht vanaf berghut Le Laisonnay in het hart van de vallei van Champagny-le-Haut en aan de voet van de waterval Py naar berghut La Glière in het beschermde Parc National de la Vanoise. Er zijn uiteraard nog allerlei andere (meerdaagse) routes, maar deze is heel goed te doen voor de wat minder getrainde reiziger. Onderweg kun je genieten van prachtige bloemen, zoals de Turkse lelie, vingerhoedskruid en campanula. En let op als je een hoog piepje hoort, want dan scharrelt er ergens in de buurt een marmot rond op zoek naar voedsel! Kijk ook af en toe omhoog naar de kale bergtoppen om te zien of je een steenbok kunt spotten. Bij het ochtendgloren en de avondschemering heb je meer kans om reeën en gemzen te zien in de buurt van de boomgrens. En wie weet vliegt er nog een adelaar of een gier voorbij!
2. Back to basics met een survivalcursus
Altijd al willen weten hoe je in de natuur kunt overleven? Dan is een survivalcursus met een ervaren gids echt iets voor jou. In twee dagen leer je alles over navigeren zonder hulpmiddelen, water filteren, welke planten eetbaar of giftig zijn, waar en hoe je het beste je eigen tent kunt opzetten en wat je nodig hebt om een goed kampvuur te maken. Kook wat water voor een kopje thee met zelfgeplukte tijm of schijfkamille om vervolgens je slaapzak in te kruipen onder een prachtige sterrenhemel, in volledige stilte, op wat dierengeluiden en krakende takjes na.
Ga op survivaltocht met voormalig militair Guillaume Brun (Externe link)
3. Wandelen door een verborgen vallei
Ten zuidwesten van La Plagne ligt de Vallée des Belleville bestaande uit Saint-Martin-de-Belleville, Les Menuires en Val Thorens; drie verschillende gebieden die heel goed te bereiken zijn met gratis pendeldiensten en skiliften waardoor je talloze activiteiten kunt ondernemen tijdens je vakantie. Een absolute aanrader is een wandeltocht van Saint-Martin-de-Belleville langs berghutjes en weiden naar de Vallée des Encombres. In de winter is de vallei volledig onbegaanbaar vanwege de enorme hoeveelheid sneeuw, dus je kunt hem alleen in de zomer ontdekken. Omdat de vallei wat onbekender of ‘verborgen’ is, kun je er heerlijk rustig en ongestoord wandelen, letterlijk, want er is geen bereik. De vallei kenmerkt zich door steile hellingen en wisselende ondergrond qua gesteente hetgeen zorgt voor heel verschillende landschappen. Zodra je weer beneden bent, kun je uitrusten met een hapje en een drankje bij de authentieke berghut Gittamelon.
4. Afkoelen op grote hoogte
Val Thorens, het hoogst gelegen skidorp van Europa, leent zich in de zomer uitstekend voor een gletsjertocht, ook voor beginners. Voorzien van stevige schoenen, stijgijzers en een ijspickel vertrek je samen met een gids vanaf zo’n 2800 meter hoogte naar een betoverend landschap van sneeuw, ijs en rotsblokken. Onderweg leer je met welke technieken je het beste steile hellingen kunt trotseren, zowel omhoog als omlaag (al kun je vaak omlaag maar beter gewoon lekker glijden op de billen), hoe je het beste kunt ademen op zulke hoogtes en hoe je ‘crevasses’ (gletsjerspleten) oversteekt. Voordat je het weet ben je ineens 400 meter omhoog geklommen naar een col waar je een waanzinnig uitzicht wacht. Een heel bijzondere ervaring!
Boek een gletsjertocht in Val Thorens met een gids (Externe link)
5. Lac du Lou, het grootste meer van de Vallée des Belleville
Het Lac du Lou is een mooi bergmeer in een ongerepte vallei op zo’n 2000 meter hoogte dat relatief makkelijk te voet te bereiken is vanuit verschillende startpunten, zoals Les Menuires of Val Thorens. Er bevindt zich ook een berghut waar je kunt eten of overnachten. De echte durfals kunnen een plons in het water wagen, maar let wel: in de zomer wordt de temperatuur van het meer niet warmer dan 12 graden Celsius!
6. Bezoek aan een traditionele en ecologisch verantwoorde familieboerderij
Het verhaal van familieboerderij Chez Pépé Nicolas in de vallei van Belleville begint in 1957 toen alpenherder Nicolas Jay de berghut ‘La Chasse’ kocht om een zomerweide te hebben voor zijn koeien en geiten en om de kaas ‘tomme de Savoie’ te kunnen maken. De boerderij is inmiddels in handen van zijn achterkleinkinderen en bestaat tegenwoordig uit een restaurant dat groenten, fruit en kruiden verwerkt uit de permacultuurtuin die is aangelegd in samenwerking met een ecoloog, een winkeltje waar melkproducten en andere lokale waar worden verkocht en uiteraard nog altijd een zomerweideboerderij (ferme d’alpage) die gerund wordt door ervaren herders en een professionele kaasmaker. Alle geiten en koeien worden nog altijd tweemaal daags met de hand(!) gemolken om deze vaardigheid van (over)grootvader Nicolas voort te zetten. Chez Pépé Nicolas is een heerlijke plek om te ervaren hoe het is om in betere harmonie met de natuur te leven.