De wijnstreek strekt zich uit over vier gebieden:

1. de ‘Montagne de Reims’,
2. de ‘Côte des Blancs’,
3. de ‘Vallei van de Marne’
4. en het wijngebied van de Aube, de ‘Côte des Bar’.

In dit gebied met gegarandeerde herkomstbenaming zijn slechts drie druivensoorten toegelaten:

• de Pinot Noir (blauwe druif)) die zorgt voor de aroma’s van rood fruit, kracht en body,
• de Pinot Meunier (blauwe druif) die bijdraagt tot de harmonie van de assemblages
• en de Chardonnay (witte druif) die finesse geeft en een lange bewaartijd toelaat, dankzij zijn aroma’s en zijn frisheid.
  Champagne ondergaat een tweede gisting in de fles. De brut wordt minimaal 15 maanden op fles bewaard en voor millésimes (uit een bepaald jaar) is dat 3 jaar.

DE WIJNBOUWERS EN DE GROTE CHAMPAGNEHUIZEN

Enkel de wijnen uit het appellatiegebied Champagne mogen uitpakken met de officiële benaming ‘Méthode champenoise’. Vandaag behoort 90% van de champagnewijngaarden aan 15.000 wijnbouwers die na de oogst hun druiven kunnen verkopen aan de grote champagnehuizen of ze toevertrouwen aan coöperatieve verenigingen. Ongeveer 5000 onder hen behouden hun oogst om een zogenaamde ‘Champagne de Vigneron’ te maken, een expressieve champagne die kenmerkend is voor zijn terroir.

DE CHAMPAGNEHUIZEN

75 champagnehuizen brengen bekende merken op de markt. Zij kopen bijna al hun druiven bij wijnboeren. Zelf exploiteren ze slechts enkele duizenden hectare. Hun kennis bestaat uit de kennis en de kunde om een champagne te bereiden die altijd dezelfde stijl van het merk weerspiegelt. Zij vertonen ook een ongewoon commercieel dynamisme dat ervoor gezorgd heeft dat champagne al eeuwenlang en wereldwijd de onbetwiste referentie is voor een zekere levenskunst. De champagnehuizen tekenen vandaag voor twee derden van de verzendingen en 90% van de uitvoer. De meeste liggen in Reims, Epernay en Châlons-en-Champagne. Men kan hun fraaie kelders bezoeken die vaak een historische waarde hebben. Ook daar ontdekt men verschillende mogelijkheden: een rit met een voertuig met audiogids, een muzikale diashow, een museum, een rappelafdaling…

DE EERSTE WIJNSTOKKEN

De eerste wijnstokken van de Champagne werden al aangeplant in de Romeinse tijd, maar het was pas tijdens de middeleeuwen dat de champagne zijn faam kreeg, dankzij de monniken-wijnbouwers. In die tijd lieten de tonnen die de champagnewijn bevatten, de bubbels ontsnappen. De eerste flessen, die verschenen rond 1660, lieten een betere bewaring toe van de wijn maar nog belangrijker was het feit dat het natuurlijke mousseren werd behouden. Deze techniek zou ontwikkeld zijn door Dom Pérignon, een benedictijn van de Abdij van Hautvillers. De huidige procedés voor het persen van de druiven en de champagnebereiding werden definitief vastgelegd in het begin van de 20e eeuw. De werkwijze werd in regels gegoten door het Comité Interprofessionnel des Vins de Champagne (CIVC), in samenwerking met het Institut National des Appellations d’Origine (INAO).
Comité Interprofessionnel des Vins de Champagne – Epernay – Tel:+33 (0)3 26 51 19 30 – www.champagne.fr (Externe link)

DE TOERISTISCHE CHAMPAGNEROUTE

Om champagne beter te leren kennen, kan men de Toeristische Champagneroute volgen. Ze is ongeveer 500 km lang, doorkruist de departementen van de Marne en de Aube en telt ongeveer 80 onthaalpunten. De route is opgesplitst in 5 bewegwijzerde circuits: 4 in de Marne en 1 in de Aube. Het parcours kringelt te midden van de wijngaarden en neemt de bezoeker mee naar mooie uitzichtpunten, authentieke wijnbouwersdorpen, oude kloosters, indrukwekkende kastelen en kerken. De wijnbouwers langs de route bieden een geïndividualiseerd bezoek, met een familiaal en ambachtelijk karakter. Het is interessant het bezoek op voorhand te reserveren, zodat de eigenaar beschikbaar is. De bezoeken zijn nu eens gratis, dan weer te betalen, afhankelijk van de gekozen formule.
CDT Marne – Tel: +33 (0)3 26 68 37 52 – www.tourisme-en-champagne.com (Externe link)

CDT Aube – Tel: +33 (0)3 25 42 50 76 – www.aube-champagne.com (Externe link)