De meest legendarische bergpassen van de Tour de France

Sinds de eerste editie volgt de Tour de France de contouren van Frankrijk. In 1951 moest de versnelling een tandje hoger. De wielrenners stortten zich op de bergroutes van de Alpen en de Pyreneeën. Enkele van deze bergpassen zijn legendarisch geworden door de topprestaties die hier plaats hebben gevonden.

De Alpen

Alpe d’Huez

De beklimming van de Alpe d’Huez gaat niet zonder slag of stoot. Deze beklimming is een ware uitdaging van 13,8 km, 21 scherpe bochten en op sommige plekken hellingen van 14% (8% gemiddeld). Door de vele mensen die de wielrenners langs de route aanmoedigen, is de weg bijna niet zichtbaar. Niet verrassend dat deze legendarische route weer elk jaar op het programma staat.

Col d’Izoard

Door zijn verschijning laat Izoard, verscholen in de Hautes-Alpes, al een enorme indruk achter. Met een hoogte van 2360 meter is het niet de moeilijkste klim, maar zeker de moeite waard mede dankzij de omgeving. Fietsend langs deze klif, krijg je het gevoel ergens anders te zijn, een andere wereld, ver van de beschaving.

Een omgeving die, onvermijdelijk, het theater is geworden van vele sportieve scenario’s. Een voorbeeld? In 1986 geeft de Fransman Bernard Hinault zijn gele trui af aan de Amerikaan Greg Lemond die uiteindelijk de rit wint. Het was de zwanenzang voor deze Fransman; na 5 keer deze rit gewonnen te hebben (1978, 1979, 1981, 1982 en 1985) zal hij nooit meer de gele trui aantrekken.

Mont Ventoux

In de Provence, vlakbij Carpentras, staat de Mont Ventoux (1912 km), een woeste berg die bang maakt. In juli maken de windstoten het moeilijk om de top te bereiken. Winnen op de Ventoux, dat is respect afdwingen van de overige wielrenners en een plek bemachtingen in de eretempel van de “slaven van de weg”.

De Pyreneeën

Col du Tourmalet

De Hautes-Pyrénées kunnen ook niet ontbreken bij de Tour de France. Tussen de beroemde bergpassen, aan de voet van de Pic du Midi, tussen Tarbes en de Spaanse grens, onthult zich deze reus: de col du Tourmalet. Hier heeft in 1913 Eugène Christophe van zichzelf een legende gemaakt: hij brak de vork van zijn fiets. Desondanks bleef hij bleef 15 kilometer doorklimmen, tot een smid hem zijn gereedschap leende. Op deze dag wordt Christophe uitgeschakeld maar komt toch als legende naar buiten... net als de Col du Tourmalet.

Alpe d'Huez