Verspreid langs de uitgestrekte kust van Bretagne liggen honderden grote en kleine eilanden. Ruige kliffen, witte zandstranden en exotische bloemen – de diversiteit van de Bretonse eilanden maakt indruk op haar bezoekers.
Ile de Bréhat
De ruige kust van Bréhat, op slechts 10 minuten varen vanaf Paimpol, wordt gevormd door een honderdtal kleine eilandjes en rotsen. Het fleurige hoogtepunt van het klein eiland Bréhat is de paarse Afrikaanse lelie. Dankzij het bijna mediterrane klimaat versieren ook de mimosa, camelia, eucalyptus en oleander het eiland, dat niet voor niets de bijnaam “bloemeneiland” draagt. Zoals in vele Bretonse dorpen groeien ook hier de typische, kleurrijke hortensia’s voor de stenen huizen met blauwe rolluiken. Het paradijselijke gevoel wordt nog verder bevorderd doordat op het eiland geen gemotoriseerd verkeer is. Langs de smalle wandel- en fietspaden kunnen bezoekers het eiland dan ook in alle rust verkennen.
Ile de Batz
Op Ile de Batz, op 15 minuten varen van Roscoff, groeien de meest noordelijke vijgenbomen van Europa en meer dan 2000 plantensoorten uit de hele wereld in de “Jardin Exotique Georges Delaselle”. Naast deze tropische tuinen zijn er op het eiland in het noorden ook witte zandstranden en in het westen een vuurtoren te ontdekken. Bij de pier kunnen bezoekers een fiets huren om het kleine eiland van slechts drie bij twee kilometer, te verkennen.
Archipel des Glénan
De archipel, gelegen op 18 kilometer van Fouesnant, bestaat uit ongeveer 8 hoofdeilanden, tien kleinere eilanden en tal van rotsen aan de kleine binnenzee "La Chambre", de favoriete tussenstop van zeelieden. Met zijn azuurblauwe zee en witte zandstranden lijken de Glénan-eilanden wel een tropisch paradijs. Van april tot en met juni bloeit er de in de wereld unieke narcis van Glénan. Naast de paradijselijke stranden is Glénan ook bekend om zijn internationale duikcentrum en wereldberoemde zeilschool.
De eilanden in de Iroise: Ouessant en Molène
De archipel Ouessant, gelegen in het natuurpark Marin d’Iroise, bestaat uit 7 eilanden, waarvan alleen de grootste bewoond zijn: Ouessant en Molène. Het groene eiland Molène is een klein paradijs met zijn smalle straatjes, fleurige huisjes, witte zandstranden en turkooizen baaien. Zeven kilometer na Molène doemt het meest westelijke punt van Frankrijk op: het ruige Ouessant. De steile, rotsachtige kust wordt omringd door niet minder dan vijf vuurtorens. Het binnenland wordt gedomineerd door vlakke heidevelden en schapen. Vogelliefhebbers zien hier in het najaar exotische (trek)vogels, die een tussenstop maken op het eiland.
Ile de Sein
Kleine kleurrijke huizen en een groenwitte vuurtoren verwelkomen de bezoekers op de pier van het eiland. De aandacht wordt meteen getrokken door de schilderachtige cafés langs de kust waar wordt genoten van verse kreeft met vrij uitzicht op de smaragdgroene zee. Het smalle eiland, van bijna twee kilometer lang, is gemakkelijk te voet te verkennen. Achter de dijk en de vestingmuur liggen de smalle, kronkelende straatjes van het dorp. Buiten de haven strekt zich het vlakke heidelandschap uit, dat bij vloed soms onder water komt te staan.
Ile de Groix
Op 6,5 kilometer van de kust van Lorient ligt het eiland Groix. Het ongerepte, ruige westen van het eiland staat in schril contrast met de gastvrije stranden en bossen in het oostelijke deel. De lieflijke dorpjes en heldere baaien bevestigen het spreekwoord “Qui voit Groix, voit sa joie”(wie Groix ontdekt, vindt zijn geluk).
Belle-Ile-en-Mer
Het eiland Belle Ile, letterlijk “mooi eiland”, doet haar naam eer aan. Het eiland, op 45 minuten varen vanaf het vasteland, vormt een uitzonderlijk decor met haar turkooizen zeewater, grillige rotsen, grandioze uitzichten en beschermde duingebieden. Claude Monet schreef ooit over dit eiland dat hij “nergens zo’n zelfde plek zou kunnen vinden”. Hij zou 15 dagen op het eiland verblijven, maar bleef er uiteindelijk 75. In die periode schilderde hij 39 doeken, waaronder de beroemde werken van de rotsen van Port Coton.
Ile de Houat en Hoëdic
Niet ver van Quiberon liggen de twee eilanden Houat en Hoëdic. Vanaf de levendige kades van het 5 km lange eiland Houat leidt een steile weg naar het stadje, met zijn witgekalkte huizen en blauwe luiken. Na het dorp strekken kleurrijke heidevelden zich uit, slechts onderbroken door zandpaden. Dankzij een pad rondom het eiland, zijn de paradijselijke baaien, zandstranden en duingebieden te bereiken. Het is hier vooral een oase van rust en natuur. Dit geldt ook voor het kleine zusje Hoëdic. Op dit eiland met slechts 100 inwoners en 10 vissersboten kent iedereen elkaar. Drie (heerlijke) uren zijn voldoende om het eiland te verkennen!
Ile aux Moines
Op slechts 5 minuten varen van het vasteland, vormt het Ile aux Moines in de Golf van Morbihan toch een geheel andere omgeving. Te voet of met de fiets is er een wereld vol contrasten te ontdekken: smalle straatjes vol bloemen en vissershuizen, slingerende paden die door de groene heuvels leiden, kleine bossen met betoverende namen: Bos van de liefde, Bos van de Spijt, Woud der zuchten.
Meer informatie: